27. Grassen waar we brood van bakken
Ik heb op deze site al meer verhalen gezet over cultuurgewassen. Ze zijn meestal wel niet inheems, maar wel uiterst belangrijk voor ons of voor onze voorouders. Deze keer gaat over uiterst nuttige planten namelijk een paar uitheemse grassoorten waar in de evolutie iets mee fout is gegaan. Die fouten hebben wel erg veel gevolgen gehad voor de mensheid. We hebben het over de granen en vooral over tarwe, misschien niet de oorsprong van onze beschaving maar wel een onmisbare basis.
Speltakker met 'onkruiden'
Spelt in Limburg
Ik zocht wat informatie over planten in Limburg in het boekje 'Uit ons Krijtland' van E. Heimans uit 1911. Dit is de beroemde Heimans uit de begin periode van de natuurbescherming en een van de schrijvers van de 'Heimans', de dikke Flora. Hij wandelde in zijn vakantie in de zomer van 1910 vanuit Epen door Zuid-Limburg en het verslag staat in dit boekje. Ik vond in zijn boekje niet wat toen ik zocht, maar wel het volgende stukje. Het is het begin van het hoofdstuk 'Vreemde gewassen en een ijzermijn?':
"Uitgerust en weer op pad. Weer zullen we de Geul opzoeken; dit keer echter gaan we den tegengestelde kant op, niet weer naar het Zuiden. Wel slaan we den eersten Geulweg in; maar in plaats van in de hollen weg verder af te dalen, loopen we vlak vooraan het stijgende voetpaadje op, dat ons bovenlangs zal voeren. Zoo kijken we niet van onder tegen de groene bermen op, maar van boven neer op de mooie clematisslingers, met de fijne, roomwitte bloemtrossen, en de hooge braam struiken, met bloemen, groot en rood als wilde rozen.
Al gauw belet de doornhaag het uitzicht in den hollen weg en wij wandelen langs haver- en rogge- en tarwevelden, met verbazend veel mooie onkruiden, korenbloemen, klaprozen en bijzonder veel geurende kamillen en wikken, blauwe en roode. Die knapperen en knetteren hier als een brandend vuurtje, doordat de zon de rijpe peulen doet openspringen en de erretjes, als hagel tegen de stijve stroohalmen worden geslingerd.
Op dat groote veld moet ge eens goed letten, de aren lijken op ijl gegroeide tarwe al hangen ze over als rogge. Het is tarwe maar een heel bijzondere soort, spelt geheeten; de naam zal u wel bekend voorkomen, maar de zaak is de meeste Nederlanders stellig vreemd. Want spelt-velden treft ge hoogst zelden bij ons aan. Een zuivere spelt-akker is deze echter ook niet, hier en daar er een roggeaar hoog boven uit; ook vele gerst en tarweplanten staan er tusschen, en dan nog enkele aren van weer een andere tarwesoort, het emerkoorn. De massa is spelt, ook de planten met lange kafnaalden. Wilt ge u overtuigen of een rijpe aar spelt of tarwe is; pak hem dan eens tusschen duim en vinger; breekt de aar in stukjes, dan is het spelt, vallen alleen de korrels er uit, dan is het tarwe. De kafjes blijven namelijk bij spelt vast om de korrel heen zitten, zoodat ze er vóór het malen afgewreven moeten worden.
De boeren verbouwen hier spelt voor veevoer, maar er wordt ook vaak brood van gebakken; in Zuid-Duitschland en Noord-Zwitserland geregeld. De opbrengst op kalkhoudenden grond is grooter dan die van tarwe; bovendien blijven de vogels wel van spelt af, ze kunnen de korrels niet zoo gauw te pakken krijgen. Tarwe schijnt hier van de vogels meer te lijden te hebben dan elders; althans zoo beweren de boeren."
Tot zover het leuke stukje van Heimans. Ik heb de oude spelling maar laten staan, het geeft wat extra sfeer.
Oude tarwe soorten
De belangrijkste oude tarwe varianten
De namen spelt, emerkoren of emmer kende ik inderdaad, maar ik dacht dat het prehistorische, primitieve granen waren uit de tijd van de bandkeramiekers. Blijkbaar waren deze granen aan het begin van vorige eeuw nog in cultuur en zo heel erg veel slechter dan de tarwe van toen zullen ze dus inderdaad wel niet geweest zijn. In de tweede helft van de 20e eeuw zijn die oude granen waarschijnlijk helemaal verdwenen in Nederland. De tarwe-opbrengst ging toen fors omhoog en op de schrale zandgrond waar de tarwe het minder goed doet, werden alle andere granen zoals rogge, haver en gerst vervangen door snijmaïs. De laatste jaren komt er weer wat belangstelling voor de oude granen. Vooral spelt wordt hier en daar weer ingezaaid en in het Brabantse dorp waar ik nu woon is er zelfs een boer die jaarlijks spelt oogst.
Een duik in de geschiedenis van het graan
De landbouw ontstond ongeveer 7000 jaar voor Christus in het gebied van het huidige Turkije en Irak. In dat gebied groeiden toen en ook nu nog wilde grassoorten die worden beschouwd als de stamvaders van de tarwe. Vrij gewone grassen, mogelijk met wat grotere zaden dan de meeste grassen. Onze voorouders zijn waarschijnlijk vooral deze zaden gaan verzamelen en later ook gaan zaaien: het begin van landbouw en beschaving.
De precieze afstamming van tarwe is nogal ingewikkeld en de geleerden zijn het ook (weer) niet helemaal met elkaar eens. Ik heb de voornaamste stappen in een schema gezet. De discussie gaat o.a. over de vraag of emmer afstamt van eenkoren of een eigen wilde, tarweachtige voorvader heeft zoals in mijn schema staat. In ieder geval is de landbouw begonnen met eenkoren en/of emmer.
Nog voordat de mens aan landbouw begon ontstond er in dat gebied spontaan een 'foute' kruising. Voor een normale bevruchting of kruising splitst een cel in twee zaadcellen of in twee ei-cellen. Twee 'halve' cellen van dezelfde soort of van een zeer nauw verwante andere soort, smelten samen tot een hele cel en de groei kan weer beginnen. In dit bijzondere geval zijn op de een of andere manier twee halve cellen samengegaan die eigenlijk niet bij elkaar passen: een halve cel van de tarweachtige grassoort (Triticum uratu) en een halve van een ander gras, het Aegilops speltoides. Dit kan eigenlijk niet want in een normale cel moeten steeds twee chromosomen van verschillende ouders bijna perfect op elkaar passen om de beroemde dubbele spiraal te kunnen vormen. Maar in dit geval heeft de natuur een truc gebruikt: van alle aanwezige chromosomen is een kopie gemaakt zodat ieder chromosoom een passende partner kreeg. Maar: nu was er een cel ontstaan met tweemaal zoveel chromosomen als iedere ouder en dus een nieuwe soort!
Dergelijke fouten zijn helemaal niet uniek in de natuur, het is een van de manieren waarop nieuwe soorten ontstaan. Meestal ontstaat uit een dergelijke fout helemaal niets, soms een nieuwe soort die zich in de natuur niet kan handhaven. Zeer zeldzaam is het dat een plant ontstaat die goed functioneert en zich kan handhaven, maar die ene keer bij emmer werkte dus alles. Het aantal chromosomen verdubbelen heeft, als het lukt, vaak grotere bloemen of vruchten tot gevolg maar die zijn meestal onvruchtbaar. Voor bloemkwekers is dat geen probleem en die proberen de truc vaak. Maar die ene keer daar in het Midden-Oosten ging dus alles goed en er ontstond een nieuwe soort gras of graan met meer en grotere zaden. Die nieuwe plant noemen we het wilde tweekoren, emerkoren of emmer. Bij eenkoren verliep het minder ingewikkeld: vanuit het wilde eenkoren verzamelde de beginnende boer de beste zaden en zaaide die opnieuw en als je dat lang genoeg volhoudt ontstaat er een cultuurgewas dat soms op het oog niet eens meer lijkt op de wilde plant. De gecultiveerde emmer is op dezelfde manier uit de wilde emmer gekweekt of veredeld.
Veredelen en oogsten
Eenkoren en emmer (en waarschijnlijk gerst) waren dus het begin van de landbouw. Of ze aanvankelijk gemengd werden gebruikt is niet duidelijk. Maar langzaam maar zeker wist de boer door selectie soorten te kweken met betere opbrengsten. Maar we zijn er nog niet: er ontstond nog een spontane kruising, nu van gekweekte emmer met een weer een ander wild gras uit de Aegilops of geitenoog familie: Aegilops tauschii. En weer met dezelfde truc van verdubbeling van chromosomen en dus weer een nieuwe soort. Nu dus met driemaal het aantal chromosomen van de oorspronkelijk voorouders. Ook dit graan heeft goede opbrengsten en is in cultuur gebracht onder de naam spelt. Spelt is de stamvader van de moderne tarwe soorten. Dit is dus het graan waar Heimans zich over verbaasde, want de bandkeramiekers in Elsloo in Zuid-Limburg hadden 5300 voor Christus al zowel eenkoren, emmer als spelt bij zich. Zoveel was er dus nog niet veranderd in 1910.
De redenen voor de nieuwere soorten na emmer waren natuurlijk een hogere opbrengst op verschillende grondsoorten, maar er was nog een belangrijk probleem. Een wilde plant moet zijn zaden loslaten als ze rijp zijn. Maar de boer wil dat het graan zijn zaden pas los laat als dit met aar en halm bij hem op de dorsvloer ligt. Als het daar ligt moet het wel gemakkelijk de zaden loslaten en liefst nog zonder kaf want dat lusten wij niet. Dit betekent dus selecteren en veredelen. Voor een deel gaat dit vanzelf. Zaden die al op de akker op de grond vallen komen niet bij de boer in de schuur en worden dus ook niet door hem uitgezaaid en verzorgd. Heimans wijst ook al op het verschil: bij tarwe laten alleen de zaden los en bij spelt blijven de kafjes er aan zitten. Tarwe is ook al heel oud. De farao's aten waarschijnlijk nog spelt, maar rond het jaar nul is daar waarschijnlijk de tarwe ontstaan als veredeling van spelt.
De huidige granen
Speltakker met de langere rogge er bovenuit
Spelt en emmer werden eind vorige eeuw in Nederland en in heel West-Europa nauwelijks meer verbouwd. Wilde eenkoren en wilde emmer groeien nog steeds in het wild in het Midden-Oosten en daar worden ze soms ook nog wel verbouwd eventueel gemengd met spelt en tarwe. Een broertje van emmer heeft zich wel al die tijd kunnen handhaven: de harde of durum tarwe. Dit schijnt het ideale graan te zijn voor spaghetti en andere pasta soorten en is daarvoor in cultuur gebleven. En spelt heeft na de eeuwwisseling weer een bescheiden plekje in Nederland en enkel andere Europese landen heroverd.
Maar voorlopig is tarwe de winnaar, zeker in Europa. Van tarwe zijn er in de loop der eeuwen tientallen soorten zijn gekweekt, aangepast aan de verschillende grondsoorten en klimaten: denk maar aan de winter- en zomertarwe in onze omgeving. De ene wordt vóór de winter gezaaid en de andere in het voorjaar, maar ze zijn praktisch tegelijk rijp. Wereldwijd heeft verbeterde tarwe, in combinatie met kunstmest, ook een belangrijke rol gespeeld in de groene revolutie die grote hongersnoden in de jarig zestig en zeventig van de vorige eeuw heeft voorkomen.
Er zijn ook bij ons natuurlijk nog meer granen, hele oude zoals de gerst die uit dezelfde omgeving komt als de tarwe en ook al ongeveer even lang gekweekt wordt. Rogge is wat jonger en komt uit het Middellandse Zeegebied of misschien ook uit het Midden-Oosten. Haver is nog jonger en kon wel eens West-Europees zijn, gekweekt uit het onkruid oot of uit een andere wilde haver uit Zuid-Europa. En de jongste is maïs, die kregen we van de Zuid-Amerikaanse Indianen.
Jan van Dingenen - 1994; herzien in 2011, zie ook Links