36. Ons gazon
Menigeen die een gazon heeft, beleeft daar veel plezier aan maar weet ook dat het onderhoud daarvan veel werk en tijd vraagt. Vooral, als het voor het oog van de buurt ook nog een sierobject moet zijn. Maar je kunt er ook vooral naar kijken.
Het madeliefje, het eerste bloemetje dat een kind zelf mag plukken
Ons eerste gazon begon als een soort moeras achter een pas gereedgekomen nieuwbouwwoning in de Randstad. De snelste manier om de kinderen buiten te kunnen laten spelen was graszoden leggen. Korte tijd later hadden we toen een perfecte grasmat met daarin uitsluitend gras. Toen wilden de kinderen bloemetjes plukken en de piepkleine polletjes die recht van het tuincentrum in de border waren gepoot, vonden we daar niet zo geschikt voor.
Madeliefjes
Madeliefjes uit het weiland brachten uitkomst. De witte waren snel gevonden, maar naar die met rode puntjes aan de bloemblaadjes moest een half uur gezocht worden, maar de kinderen konden kransjes vlechten. De volgende dag kwam de buurman ons vertellen waarmee we madeliefjes uit het gazon konden spuiten! Madeliefjes zijn nog steeds de dankbaarste bloeiers in ons gazon en misschien wel in de hele tuin. Normaal geeft men aan wanneer een plant bloeit, maar van het madeliefje zegt de Flora dat ze in hete, droge zomers soms niet bloeien. De kinderen vlechten al lang geen kransjes meer, maar de madeliefjes zijn nog steeds welkom.
Ereprijs
Een gast in ons gazon die nog niet zo'n lange traditie heeft, is de draadereprijs. In het voorjaar wordt het gazon hier en daar plotseling helemaal blauw door de kleine, lichte blauwe bloempjes van dit ereprijsje. Ereprijssoorten zijn hier inheems, maar de draadereprijs is als rotsplantje ingevoerd uit het Kaukasus-gebied. Door de zeer lage groei ontsnapt het plantje aan de maaimachine en de laatste jaren breidt het zich dan ook sterk uit; niet alleen in ons gazon maar ook in bermen en dergelijke. Ereprijs kleurt prachtig bij madeliefjes en de laatste uitgave van de Flora geeft het de kwalificatie "ingeburgerd".
Draadereprijs onkruid noemen is wel erg moeilijk
Boterbloem
Zeker niet zeldzaam is de boterbloem maar de kleur en omvang passen uitstekend bij de twee vorige bloemetjes. In ons gazon groeit de kruipende boterbloem. Uiteraard zou ik zeggen want de kruipende boterbloem wordt gerekend tot de top 40 van alle planten in Nederland. In voorkomen dan, niet in populariteit, want in weilanden kunnen ze een probleem vormen omdat het vee de giftige boterbloemen niet lust.
Paardenbloem en weegbree
Paardenbloem, letterlijk en figuurlijk stralend
Er zijn twee gasten in ons gazon die we echt proberen een beetje in bedwang te houden. Dat zijn de paardenbloem en de brede weegbree. Beide vormen een groot rozet van bladeren en beide "leren" dat, als er regelmatig gemaaid wordt, ze dat rozet plat tegen de grond moeten drukken, met als gevolg dat ze een flink stuk gras dooddrukken. Beide plantensoorten lijken echt een soort leervermogen te hebben. Ze bloeien allebei normaal met een bloem boven op een lange, kale stengel: de paardenbloem met de bekende gele stralenkrans en de weegbree met een soort aar met piepkleine bloemetjes. Bij het maaien sneuvelen deze bloemen natuurlijk. Na een of twee maanden lijkt dat de planten ook op te vallen en dan verschijnen er bloemen die bijna geen steel hebben of die met een korte steel bijna tegen de grond liggen. Toeval?
Weegbree en paardenbloem staan ook in onze nationale top 40 en tegelijkertijd is de paardenbloem een van onze zeldzaamste planten! Dit komt door de bijzondere voortplanting van de paardenbloem. Normaal proberen planten zelfbestuiving te voorkomen en daardoor worden erfelijke eigenschappen steeds gemengd. De paardebloem heeft inteelt juist als systeem: zonder bestuiving en zelfs als alle meeldraden en stempels worden weggehaald vormt de plant nog zaad, apogamie of apomixie noemt men dit verschijnsel, dat tot gevolg heeft dat alle nakomelingen exact hetzelfde zijn als de moederplant, ook als die kleine erfelijke afwijkingen heeft. In de plantkunde is dat de definitie van een soort en zo kent de paardenbloem alleen in Europa al meer dan 1000 soorten, waaronder zeer zeldzame. (Meer over de bezondere voortplanting van de paardenbloem: 3. Paardenbloem houdt niet van Darwin)
De bloeiende aar van brede weegbree
Mos en dovenetel
Mos is minder populair in het gazon. De boosdoener is meestal haakmos en met harken en losmaken van de grond probeert men deze meestal te bestrijden. Waarschijnlijk verspreidt men hierdoor het mos, want het vormt maar zelden sporen en ook het verspreiden door kruipen gaat maar langzaam. In ons gazon groeit het vooral op de beschaduwde plaatsen waar het gras het toch niet zo goed doet en zo blijft het in ieder geval groen. Een tip voor moshaters: zorg voor weinig schaduw en haal vooral het gemaaide gras weg, anders komt het mos steeds weer terug. Een minder gebruikelijke gast in ons gazon is een dovenetel. Waarschijnlijk is het de witte dovenetel, maar door het maaien komt hij nooit in bloei. Deze dovenetel heeft ook de truc geleerd dat als je plat tegen de grond blijft liggen de maaimachine je niet aan kan. Veel meer dan zich handhaven op de donkere plaatsen kan hij toch niet.
Aan de randen van het gazon, tegen de haag en het huis waar de maaimachine niet goed kan komen groeien nog een groot aantal andere planten. Geen zeldzame planten, maar samen zorgen ze voor veel variatie en veel bloemetjes die geen verzorging vragen. Een inventarisatie van ons gazon leverde op die manier minstens 20 verschillende soorten op. O ja, grassen groeien er ook nog, waarschijnlijk een heleboel verschillende maar die zijn zo moeilijk te determineren.
Jan van Dingenen - 1986