41. Rode klaprozen, witte papaver en blauw maanzaad
In het voorjaar hadden we een zeer plezierige vakantie op La Palma, een van de Canarische eilanden. Het weer was lenteachtig mooi en de bloemen en planten waren volledig in bloei. Kortom het was er heel mooi en het fototoestel was het enige onderdeel van de bagage dat echt hard moest werken. Maar ik hoef geen reclame te maken voor deze eilanden, in tegendeel. Het was er heerlijk rustig dus ga er maar niet heen.
Op een van de tochten over het eiland zag ik een witte bloem die erg veel op een klaproos leek uit de verte. Klaprozen en de ander papaverachtigen zijn echter rood, oranje, eventueel wat paarsachtig maar wit had ik nog nooit gezien. Stoppen en kijken en inderdaad er stonden verschillende planten in de berm met zuiver witte bloemblaadjes! Het model van de bloem was zuiver een papaver, geen twijfel mogelijk. Tegen de kern van meeldraden en stampers zaten ook nog een aantal donkere blauwpaarse vlekken wat je ook bij veel van onze papavers ziet. Een witte papaver dus.
Toen we weer thuis kwamen stonden in de voortuin net de eerste tuinpapavers in bloei. Enorm grote bloemen met een doorsnede van zo'n 15 cm en een zeer felle, oranje rode kleur waar de kleine wilde klaproosjes, die ook altijd in de tuin staan, volledig bij verbleken. Dus genoeg papavers gezien in korte tijd om maar eens in de boeken te gaan kijken.
De grote papaver
Graanonkruid
De papavers in onze omgeving horen hier niet van oorsprong thuis. De soorten klaprozen die zich hier in het wild kunnen handhaven en dus bij de officiële Nederlandse flora horen, zijn ingevoerd door de eerste landbouwers als onkruidzaden in hun zaaigoed voor granen. Onze papavers zijn afkomstig uit het Middellandse Zeegebied in tegenstelling met de meeste akkerkruiden, die vanuit Oost-Europa met de boeren meegekomen zijn. Maar als je rond deze tijd ziet hoe snel ze een berm vuurrood kleuren dan krijg je toch de indruk dat ze het hier goed naar hun zin hebben. Ze doen het in ieder geval veel beter dan de andere oude graanonkruiden zoals korenbloem, spiegelklokje en bolderik. Sinds die uit het koren verjaagd zijn hebben die nauwelijks nog een plaatsje kunnen vinden. Alleen de gele herik doet het ook goed en dat heeft waarschijnlijk dezelfde reden als bij de klaprozen: ze hebben beide oliehoudende zaden die in de grond heel lang de kiemkracht houden en zodra er gegraven wordt zijn ze er weer.
Teelt van papaver
Slaapbol, de leverancier van opium en blauw maanzaad
Papavers worden ook verbouwd, al vele duizenden jaren. Ik bedoel niet op de eerste plaats de papavers in het Verre Oosten waaruit opium, morfine en heroïne wordt gewonnen. De Papaver somniferum, met de Nederlandse naam slaapbol, is al zo lang in cultuur dat de oorspronkelijke wilde stamvader niet eens meer bekend is. Zo'n 4000 jaar geleden, in de steentijd, was de slaapbol in Europa al een normaal cultuurgewas zoals blijkt uit resten rond paalwoningen in Zwitserland en per ongeluk ingebakken zaden in het aardewerk. Waarschijnlijk werd de slaapbol toen gekweekt voor de olie die uit de zaden kan worden geperst en die werd gegeten. Ook nu wordt papaver olie nog gewonnen voor het gebruik in verven, want net als lijnolie droogt papaver olie langzaam aan de lucht en zo wordt de verf dus langzaam hard. Een andere teelt van dezelfde papaver is bedoeld voor blauw maanzaad. Blauw maanzaad zijn de kleine blauwzwarte korreltjes op broodjes en zijn dus eigenlijk de zaden van de slaapbol. Ook het gebruik als smaakmaker op brood is al heel oud. Alleen heb ik me lang afgevraagd waarom dat zaad 'maan'-zaad heet, ik zag weinig verband met de maan. Maar de klaproos heet in het Duits 'Mohn' en zowel het Nederlandse 'maan' in maanzaad als het Duitse 'Mohn' komen van een veel ouder woord dat gewoon papaver betekent! Een oudere Nederlandse naam voor de slaapbol is ook 'maankop'.
De slechte naam van de papaver
Tegenwoordig is teelt van papaver meteen verdacht ofschoon een groot gedeelte natuurlijk gewoon voor blauw maanzaad is. Maar de naam slaapbol is er natuurlijk niet voor niets. De verdovende werking van de slaapbol is ook al duizenden jaren bekend. Of de mensen in de steentijd het al wisten is niet bekend, maar wel waarschijnlijk. In ieder geval was voor de oude Grieken de papaver teelt zeer belangrijk. In 700 voor Christus wordt een stad Mekone genoemd wat "papaverstad" betekent. In 380 voor Christus beschrijft de Griek Diagoras hoe je uit onrijpe papavers opium moet winnen: de zaadbol aansnijden zodat het witte sap eruit loopt. De volgende dag het ingedroogde sap van de plant schrapen en in het blad van de papaver wikkelen. Tegenwoordig schijnt het nog zo te gaan! De oude Grieken versierden diverse van hun goden met bloemen van de slaapbol o.a. de goden van de nacht, de slaap, de droom en de dood. Opium is dus zeker geen uitvinding van de Chinezen. In principe moet je uit de echte slaapbol in Nederland ook opium kunnen maken want in een oud boek vond ik dat de slaapbol onder andere wordt gebruikt om 'heulsap' uit te winnen en heulsap betekent gewoon 'slaapdrank'. Of de kwaliteit erg goed is weet ik niet. De teelt zal wel niet voor niets naar het zuiden zijn getrokken.
Tegenwoordig wordt het gebruik van opium wereldwijd natuurlijk zwaar bestreden, maar het wordt nog steeds in de geneeskunde gebruikt tegen zware diarree. Ook het broertje morfine uit dezelfde papaver, wordt nog veel gebruikt want het is een van onze sterkste pijnstillers. Morfine is op de duur verslavend maar codeïne tegen hoesten gelukkig niet en dat komt ook al uit hetzelfde sapje. De slaapbol heeft dus zeer veel goed kanten maar helaas ook de verslavende effecten van de opium. Deze worden nog versterkt door de chemische bewerking van opium tot heroïne. Heroïne zit dus van nature niet in de papaver.
Onze papaversoorten
In Nederland groeien in het wild drie soorten rode klaprozen; de slaapbol kan zich hier in het wild niet of nauwelijks handhaven. De grote klaproos (Papaver rhoeas) is grootste en waarschijnlijk ook de roodste. De bloembladen hebben vaak een zwarte vlek tegen het centrum. De kleine of bleke klaproos (Papaver dubium) is inderdaad kleiner en bleker rood. Het is de meest voorkomende soort. De ruige klaproos is de kleinste en die is weer diep rood. Zeldzaam bij ons is de gele hoornpapaver (Glaucium flavum). In Frankrijk is dit een vrij gewone plant met blauw-grijze stengels en bladeren. De bloem is een duidelijke papaver maar meestal vrij klein en helder geel. Als we in de richting van de Middellandse Zee gaan vinden we nog meer papaversoorten die we hier niet kennen, maar allemaal in de kleuren rood en geel. Mijn witte papaver staat natuurlijk weer niet in de boeken. Totdat ik ontdek dat de slaapbol zo ongeveer alle kleuren kan hebben van donker rood via paars naar roze tot zuiver wit! Mijn witte papaver is dus 'gewoon' een variant van de slaapbol, maar wel mooi.
Gele hoornpapaver
En nu we toch bezig zijn: de oranje-rode papaver in mijn voortuin is de Turkse papaver (waarschijnlijk Papaver spicatum) of een kweekvariant daarvan. In de boeken vond ik ook de blauwe papaver terug (Meconopsis betonicifolia) uit de Himalaya, die ik jaren geleden in de kruidentuin van Elsloo zag. Het is geen echte papaver maar wel familie en de kweek schijnt erg moeilijk te zijn dus ik weet niet of deze plant er nog staat. De blauwe papaver bloeit in de zomer en het is zeker de moeite waard om te gaan kijken, want het is het mooiste blauw dat ik ooit in een bloem gezien heb.
Jan van Dingenen - 1996
Kleine papaver