46. Paarden en paddenstoelen
Het thema van de Natuurgids waar ik dit voor schreef was: "horen, zien, beleven". Ik zie meestal veel als ik in de natuur ben en af en toe heb ik ook het gevoel iets te beleven. Horen is een beetje een probleem. Mijn leeftijd werkt natuurlijk niet mee: beter horen betekent op mijn leeftijd dat je niet zo best meer hoort. Maar in mijn geval komt het toch vooral doordat mijn interesse vooral uit gaat naar planten. En die maken nu eenmaal weinig lawaai.
Paarden
Ik heb er paarden bijgehaald, een beetje voor het horen maar vooral vanwege het beleven. En ik had ze nodig voor de paddenstoelen, die paarden. De laatste twintig jaar is het niet ongebruikelijk om in natuurgebieden paarden of runderen uit te zetten. De reden is dat de dieren al grazend een deel van het onderhoud verzorgen door al te uitbundige plantengroei tegen te gaan. Of dat echt werkt weet ik niet, want het vergelijken van gebieden met en zonder beesten is natuurlijk erg moeilijk als je die gebieden onregelmatig bezoekt. Maar zeker weet ik dat de beesten bijdragen aan mijn natuurbeleving. Ik vind het prachtig als er ergens tussen de bomen of midden op de hei een groep koeien of paarden opduikt. Ik heb bij een natuurwandeling eigenlijk altijd een camera bij me en ik maakt bijna altijd een foto als de dieren niet te ver weg zijn.
Paarden in de winter in de Kampina
Het veulen
Om te beginnen die keer dat ik géén foto maakte. Ik heb er nog steeds de pest over in. Ik wandelde in de Hochter Bamp, een natuurgebied net over de grens in België tussen de Maas en de Zuid-Willemsvaart. Er liepen daar toen paarden en runderen. Op een gegeven moment hoorde ik een paard heel hard hinniken, maar ik kon het niet zien omdat er een dichte haag van bomen en struiken tussen mij en het dier stond. Ik liep dus door zonder me te realiseren dat het heel ongebruikelijk is dat paarden heel hard hinniken. Ze hinniken toch al niet zo vaak. Een half uurtje later kwam ik weer langs dezelfde plaats en zag dat daar ondertussen een oploop was ontstaan van paarden en mensen die allemaal kwamen kijken naar het veulen dat daar was geboren! Het veulen werd liefdevol schoongelikt door de moeder en toen ik weer langs kwam deed het paardje net de eerste pogingen om op zijn vier dunne pootjes te gaan staan. Ik had de bevallingen gemist! Wel goed gehoord, maar niet goed geluisterd naar de mededeling! Doodjammer.
De hengst
Meer paarden en weer in Hochter Bamp. Een tijdlang kwam ik er regelmatig, maar dit is toch toeval. Een warme dag en een stuk of acht paarden stonden half in het water van de afgraving midden in Hochter Bamp. Met veulens, het vroeg gewoon om een foto. Ik maakte een paar foto's en toen stapte een jonge hengst van waarschijnlijk net een jaar uit het water. Hij keek even en kwam toen recht op me af lopen. Hij probeerde duidelijk te imponeren, het lag er dik bovenop. Jonge hengsten moeten dat ook leren om later een belangrijke positie in de kudde te kunnen krijgen, maar dan kun je maar beter klein beginnen, bijvoorbeeld tegen zo'n manneke met een camera om zijn nek. Een hengst van een jaar is best groot, hoor. Dus ik bleef heel even staan en deed toen twee of drie stappen achteruit. Dat was het goede antwoord! De hengst stond stil, draaide zich om en ging weer in het water staan. Hij had gewonnen, hij keek niet eens meer naar me: die loser!
De paarden, rechts mijn uitdager
Dood paard
Tegenwoordig zie ik de loslopende paarden en koeien vaak in de Kampina. Voor Nederlandse begrippen een zeer groot natuurgebied bij Oisterwijk en Boxtel. De koeien en paarden die daar lopen zijn anders dan in Hochter Bamp niet van een speciaal 'natuurbestendig' ras, tenminste het ziet er allemaal heel gewoon uit. Ik meen dat de dieren ook gewoon van een boer zijn. Maar ze mogen gewoon hun gang gaan. En dat gaat niet altijd goed. In een winter liep ik langs een laaggelegen stuk dat op dat moment zo'n dertig, veertig centimeter onder water stond. Veel plantengroei was er niet en ik meende op een gegeven moment een skelet van een koe of paard boven water te zien. Je kent dat wel zo'n ribbenkast die in films meestal in de woestijn liggen. Door het water kon ik er niet bij komen, maar in het voorjaar toen dat stuk droog viel, ben ik gaan zoeken. Toen stonden er wel planten (moerashertshooi voor de liefhebbers), maar ik vond het skelet terug. Het was uit elkaar getrokken door vossen of zo, maar het was duidelijk van een paard. Schedel en hoeven waren duidelijk herkenbaar. Wat het dier overkomen was weet ik niet, ziek, poot gebroken in het moerassige stuk? Dat dieren doodgaan is natuurlijk niets bijzonders, maar een paardenskelet vinden in ons aangeharkte landje dat is echt een natuurbelevenis.
Skelet in het water
Paddenstoelen
De afgelopen twee jaar (2010 en 2011) hebben we in de herfst uitzonderlijk veel paddenstoelen kunnen zien. Allerlei soorten die al jaren niet of nauwelijks waren waargenomen, doken nu weer op. Blijkbaar hadden we perfect paddenstoelen weer. Maar waarschijnlijk had mijn waarneming daar niet mee te maken. Een dik jaar geleden, in 2010 laat in de herfst vond ik een aantal kleine zwammetje op een hoopje paardenmest in de Kampina. Het hoedje had een doorsnede van minder dan een centimeter en was grijs met hele kleine, donkere puntjes. Ik kon me niet herinneren iets dergelijks eerder gezien te hebben, maar dat zegt niet zo veel: ik heb in die twee herfsten veel meer paddenstoelen voor het eerst gezien. Vlak daarbij lag nog een uitwerpsel met daarop oranje schijfjes. Dat leek me minder verrassend al wist ik toen de naam niet direct. Het bleek later oranje mestzwammetje (Cheilymenia granulata) te heten, maar dat komt nog wel eens ter sprake.
Namen zoeken bij paddenstoelen als je alleen een foto hebt, vind ik heel moeilijk. Maar dit keer ging het heel snel. Ik tikte in Google 'zwam' en 'mest' en vond een keurig overzicht welke paddenstoelen er in Nederland bij voorkeur op mest groeien. Mijn zwammetje heet grote speldenprikzwam (Poronia punctata) en is zeldzaam in Nederland want hij wenst alleen te groeien op paardenmest. Maar dan moet het paard wel de meeste tijd in de natuur leven en niet te veel medicijnen en bestrijdingsmiddelen binnen krijgen. Kieskeurig mag je wel zeggen. Er bestaat ook nog een kleine speldenprikzwam, die groeit op de keutels van konijnen.
Speldenprikzwam - perfecte vorm
Met de grote speldenprikzwam schijnt het de laatste jaren iets beter te gaan in Nederland, dat is misschien een hoopvol teken. Maar met de huidige regeringsplannen weet ik niet of dat blijvend is. Voorlopig groeit dit zwammetje weer in de Kampina want afgelopen jaar hebben we er nog een paar gevonden. In het recente inventarisatieoverzicht van de Kampina ontbrak mijn zwammetje, dus ik stuurde een mailtje met een foto naar de desbetreffende deskundige. Hij antwoordde dat hij er recent ook een gevonden had, maar daarna nam de correspondentie een wat vreemde draai. Hij informeerde of ik beroepsmatig aan paddenstoelen deed: nee ik was amateur en deed eigenlijk helemaal niet zoveel aan paddenstoelen. Dat vond hij jammer. Waar slaat dit op, vroeg ik me af. Later realiseerde ik me dat hij waarschijnlijk dacht dat ik een groot paddenstoelenkenner moest zijn omdat ik het zwammetje op naam had kunnen brengen. Dat van Google heb ik hem toen maar niet meer gemeld.
Perfect en imperfect
Bij de voorbereiding van dit artikel keek ik nog even op internet naar het zwammetje. Daar meldde iemand dat het speldenprikzwammetje twee vormen kent: de perfecte vorm en de imperfecte vorm. Dit schijnt vaker voor te komen vooral bij Ascomyceten. De foto die ik had was de perfecte vorm en deze produceert seksueel gevormde sporen uit twee voorouders dus net als bij dieren en planten. Maar bij Ascomyceten is seks zeer ingewikkeld en dat is dan ook de minder gebruikelijke manier: meestal maken ze ongeslachtelijk sporen (de imperfecte vorm) uit één voorouder. Bij planten zouden we dat een vorm van vegetatieve voortplanting noemen.
De vruchtlichamen, de paddenstoelen die wij zien, van de perfecte en de imperfecte vorm zijn vaak heel verschillend. Dat levert dus problemen op want wij determineren paddenstoelen vooral aan de hand van die vruchtlichamen. Van een groot aantal Ascomyceten heeft men nog nooit de seksuele vorm gezien! Of men heeft die niet herkend. De paddenstoelen deskundigen weten namelijk dat ze de perfecte en de imperfecte vormen soms verschillende namen hebben gegeven! Met DNA analyse is men nu bezig om de twee vormen weer aan elkaar te koppelen. Al weer wat geleerd dus.
Ook bij het speldenprikzwammetje ziet de imperfecte vorm er heel anders uit dan de perfecte vorm. Maar, ik bleek er wel foto's van te hebben! Ze zaten in mijn rijk gevulde afdeling onbekende paddenstoelen. Als ik dat mijn deskundige ook nog verteld had....
Speldenprikzwam, imperfecte vorm
Jan van Dingenen - 2012
Naschrift
De Nederlandse site die zich richtte op paddenstoelen op mest is helaas niet meer te vinden op internet.