Over cultuurplanten

68. Snoepplanten

Snoepplanten is natuurlijk geen officieel Nederlands woord. Ik bedoel er de planten mee die wij gebruiken voor snoep en dan niet in de zin dat wij snoepen van de vruchten of de zaden, maar delen van de plant zelf. En dan ook nog omdat het lekker is tussendoor, dus geen sla of aardappels, maar snoepgoed. In Nederland hebben er niet veel, tenminste ik kon er niet veel bedenken. Maar we zijn ook maar klein land en dat heeft als voordeel dat we veel buitenland hebben. Dus de meeste planten die ik hier beschrijf komen uit dat buitenland.

Ik ben zelf niet zo'n liefhebber van zoetigheden, maar het artikel is geschreven in december: de maand van Sinterklaas, Kerst en Nieuwjaar en dan ontkom ik ook niet aan wat zoets in de mond.

Suikerzoet

68.suikerriet (65K) Snoep begint met zoet. Tot halverwege de Middeleeuwen was in Europa zoet bijna hetzelfde als honing. Maar voor zover ik weet maakten ze met honing nooit iets wat wij snoep zouden noemen. Daarvoor moesten ze wachten op suiker.

De eerste suiker kwam van suikerriet (Saccharum officinarum) en de teelt van suikerriet is waarschijnlijk afkomstig van Nieuw-Guinea. Suikerriet is een tropische grassoort die tot drie meter hoog wordt. De Papoea's hebben onafhankelijk van Chinezen, Europeanen, Bantoes en Indianen zo'n 8000 jaar voor Christus landbouw ontwikkeld. En zo'n 1000 jaar later liepen ze (letterlijk) op stokken suikerriet te kauwen: het eerste snoepgoed, uitgevonden door de Papoea's! De teelt werd uiteraard overgenomen in Zuid-Azië en China en in India ontdekte men een paar honderd jaar voor Christus hoe je uit suikerriet kristallijne suiker kunt maken. Kristalsuiker is goed houdbaar en veel gemakkelijker te transporteren dan het riet. Via Arabische handelaren maakten de Oude Grieken en Romeinen kennis met deze suiker, maar die was duur en zeldzaam en werd dus tot medicijn verheven.

De Arabieren gingen zelf ook suikerriet verbouwen in de landen rond de Middellandse Zee en daar leerden de kruisvaarders suiker kennen als "de honing zonder bijen". Toen de verhoudingen met de Islamitische Arabieren teveel verslechterden, begonnen de Europeanen zelf suikerriet te verbouwen op Cyprus, Sicilië en de zuidelijke kustgebieden. Aan het einde van de Middeleeuwen nam Columbus al op zijn tweede reis naar Amerika suikerriet mee en eeuwenlang lagen de belangrijkste suikerrietplantages in Zuid-Amerika en het Caraïbische gebied. Maar wel met slaven.

In de tijd van Napoleon blokkeerden de Engelsen de handel op de door Frankrijk veroverde landen. Napoleon liet toen de suikerwinning uit suikerbieten verder ontwikkelen die een aantal jaren eerder in Pruisen was ontdekt. Dit was de eerste eigen bron van suiker voor gebieden buiten tropen en subtropen. Tegenwoordig komt veel zoetigheid uit maïs. Vooral in de Verenigde Staten maakt men een siroop uit maïs waar veel glucose en fructose in zit. Deze siroop is relatief goedkoop omdat de Amerikaanse regering forse heffingen legt op de import van suiker. En dus wordt deze siroop veel verwerkt in frisdranken, snacks en natuurlijk in snoep.

Wintergreen

68.gaultheria bes (74K) Gaultheria, wintergreen, bergthee: de bessen

Wintergreen (letterlijk wintergroen) is de Amerikaanse naam voor Gaultheria soorten. In ons land worden deze planten meestal bergthee genoemd, want in Nederland hebben we ook twee soorten wintergroen (Pyrola), zeldzaam maar te vinden aan de kust en in Zuid-Limburg. De Amerikaanse bergthee wordt tegenwoordig ook hier verkocht; vooral rond kerst zie je die kleine struikjes overal in potten met veel helder rode bessen. Ik heb al zeker vijf jaar twee planten in de tuin (waarschijnlijk Gaultheria procumbens) en ze doen het uitstekend, ze bloeien, krijgen bessen en ze vermeerderen zelfs. Dus niet weggooien als je ze tijdens de kerstdagen binnen hebt gehad. Je moet namelijk even de bloemen zien, ze zijn wit, klein en niet echt opvallend maar het is een prachtig gevormd klokje en lijkt wat op het klokje van de bosbes. De bloemen van ons wintergroen zijn nog mooier, maar ons wintergroen wil niet in de tuin groeien zover ik weet. Bergthee, ons wintergroen en de bosbes horen alle drie bij de heifamilie.

Men eet de bessen van bergthee niet, ofschoon ze niet giftig schijnen te zijn, maar als de vogels ze al nauwelijks eten zullen ze wel niet erg lekker zijn. De blaadjes worden wel gebruikt voor geneeskrachtige thee: de bergthee.

68.gaultheria bl (350K) Gaultheria, wintergreen, bergthee: de mooie klokjes

Maar nu het snoepgoed. Uit de blaadjes kan een olie worden gewonnen die ook geneeskrachtig wordt genoemd. Maar die olie wordt ook gebruikt voor een Amerikaans snoepje dat Lifesaver heet omdat het ringvormig is en op een reddingsboei zou lijken. Het snoepje bestaat hoofdzakelijk uit harde suiker net als bij een zuurtje, de olie geeft alleen wat smaak. Maar dan komt de verrassing: als je er op bijt in het donker zie lichtverschijnselen! Het zijn geen vonken, je kunt er niets mee aansteken, het is een blauwig licht.

Dit verschijnsel is al heel lang bekend. Rond 1620 meldde de Engelse geleerde Francis Bacon al dat het algemeen bekend was dat bij het breken van harde suiker lichtverschijnselen konden optreden. Dit is niet vreemd want in die tijd werd suiker gekocht als een zogenaamd suikerbrood: een kegelvormig blok waar stukken af gehakt moesten worden. Het lichtverschijnsel heet triboluminescentie en de geleerden zijn er nog niet achter hoe je dit precies moet verklaren. En het volgende probleem is er ook al: met wat olie van Gaultheria door de suiker krijg je meer of betere lichtjes!

De werkzame stof in de olie uit Gaultheria is wel bekend: methylsalicylaat en dat zit ook ons wintergroen. Maar vooral laten zitten: we hebben twee soorten Pyrola en die staan allebei op de Rode Lijst.

In ons land zijn de Lifesavers niet te koop voor zover ik weet. Maar je kunt wel knettersnoepjes kopen. Daar zit niets van Gaultheria in: er zit koolzuur in net als in priklimonade en die komt er uit als de suiker oplost in de mond.

Moeraskaasjeskruid

68.heemst (62K) De schitterende bloemen van heemst

Waarschijnlijk heeft ook de doorgewinterde plantenliefhebber nooit van moeraskaasjeskruid gehoord. Schaam je niet, het is geen officiële Nederlandse naam maar de letterlijke vertaling van het Engelse marsh mallow. Dat zegt misschien ook nog niet zo veel, maar als je het aan elkaar schrijft als 'marshmallow' staat er plotseling de Engelse naam van wat wij 'spekjes' noemen! En de Engels plant marsh mallow kennen we hier als heemst: Althaea officinalis.

Heemst is inheems in Nederland maar werd vroeger ook gekweekt als medicinale plant en tegenwoordig vanwege de schitterende bloemen. Let trouwens ook eens op de zaden: allemaal even groot en perfect gerangschikt als kaaspuntjes in een ring. Vandaar de Nederlandse naam kaasjeskruid voor deze familie. Officieel staat heemst op de Rode Lijst.

Hoe maak je van heemst spekjes? Op internet vind je inderdaad recepten voor het zelf maken van marshmallows maar ik heb lang moeten zoeken voordat ik er een had waar iets van de heemst plant in ging! De andere gebruikten alleen maar suiker, glucose en suikersiroop en dergelijke en soms kleurstof of vanille. Mijn vullingen gingen al pijn doen bij het idee.

Bij 'echte' spekjes gebruik je de gedroogde, gemalen wortel of het uitgeperste sap van heemst als smaakmaker en natuurlijk gaat daar suiker in een of andere vorm bij. Het speciale van spekjes is dat met gelatine of eiwit een soort schuim wordt gemaakt dat stabiel blijft als het afkoelt. Ik weet niet of je het proeft of er wel of niet echte heemst in zit.

Zoethout 68.zoethout (49K)

Wim Sonneveld zong dat hij in zijn jeugd zoethout kocht voor één cent. Hij zei er niet bij dat kinderen daar toen op gingen kauwen tot de zoete smaak vrijkwam. Zoethout is de wortelstok van Glycyrrhiza glabra, een vlinderbloemige plant die o.a. rond de Middellandse Zee groeit. In de wortelstok zit geen suiker maar een andere stof met sterke zoete smaak.

De kinderen zijn tegenwoordig waarschijnlijk niet meer blij met een stokje zoethout, maar zoethout is ook de smaakmaker van drop en drop is nog wel populair, tenminste in Nederland. In het buitenland vindt men drop meestal maar raar spul.

De extracten van zoethout gaan in kleine hoeveelheden nog in andere voedingsmiddelen o.a. in sommige biersoorten. En tabak wordt er mee op smaak gebracht. Na de oorlog introduceerden de Amerikaanse soldaten hier sigaretten met een zachtere smaak. Die bleken extract van zoethout te bevatten en die tabak werd 'Amerikaans' genoemd, de oude smaak heette daarna 'Virginia' en is nu praktisch verdwenen.

Pepermunt

68.aarmunt (78K) Aarmunt, de zuidelijk voorvader van pepermunt

De plant pepermunt is een onvruchtbare kruising van de watermunt (Mentha aquatica) met aarmunt (M. spicata) en het extract van deze plant wordt gebruikt in het snoepje pepermunt. De kruising schijnt spontaan ontstaan te zijn in de 17e eeuw in Engeland en vermeerdert wel vegetatief door uitlopers, maar dus niet via zaad. Alle munt soorten hebben de typische muntgeur (menthol) maar wel allemaal net even anders en ook chemisch allemaal verschillend. Blijkbaar heeft pepermunt het lekkerste luchtje voor snoepgoed want de het snoepje pepermunt is pas na het vinden van de kruising bedacht. En tegenwoordig zit het ook in tandpasta, kauwgum, luchtverfrissers en dergelijke voor de frisse geur.

Watermunt is een veel voorkomende plant in ons land met leuke bloemetjes en een lekker luchtje. De genoemde aarmunt heet ook wel groene munt en komt uit het Middellandse Zeegebied. Hier is het een keukenkruid waarvan de blaadjes worden gebruikt: de munt in de keuken. Een variant met krullige blaadjes heet kruizemunt wat waarschijnlijk een verkeerde vertaling is van het Duitse Krause Minze: kroesmunt. Maar er worden ook nog verschillende nadere kruisingen van muntsoorten als munt in keuken gebruikt. En moeder natuur wil ook nog wel eens een kruising van verschillende muntsoorten testen, wat problemen kan geven bij het determineren. 68.watermunt (80K) Watermunt, een bekende inheemse muntsoort en ook voorvader van pepermunt

Jan van Dingenen - 2014.