Over wilde planten

87. Vroeg bloeiende windbestuivers

Als je op internet 'voorjaarsbloeiers' in tikt, krijg je vele pagina's sneeuwklokjes, anemoontjes, blauwe druifjes, tulpen etc. maar bijna geen bomen of struiken. Dat klopt overigens ook met mijn gevoel: bij voorjaarsbloeiers denk ik ook niet aan toverhazelaar of forsythia. Maar ze zijn er natuurlijk wel, die heel vroeg bloeiende bomen en struiken en ook inheemse. Onze vroegste bloeiers zijn meest windbestuivers. Logisch want in februari en maart zijn er nog niet veel insecten. We hebben natuurlijk ook vroeg bloeiende insectenbestuivers zoals de sleedoorn en de meidoorn, maar hier beperk ik me tot de bomen en struiken die de wind gebruiken voor de bestuiving. 87.hazelaar katje en bolster (43K)

Windbestuivers

Het nadeel van windbestuivers is dat ze geen reclame hoeven te maken om insecten te lokken. Dus echt spectaculair is de bloei van windbestuivers meestal niet. Je moet dus goed kijken en dan is het vaak allemaal wel klein, maar ook heel mooi. Nog een probleem is dat bij bomen de bloemen vaak te hoog hangen: dus zoeken naar laag hangende takken.
De foto's van gele kornoelje en iep bij dit artikel heb ik gemaakt in de wallen rond een parkeerterrein. Daar staan ze op ooghoogte. De andere foto's komen uit de natte bossen en zijn er genoeg in mijn omgeving met daarin o.a. rode kornoelje, hazelaar en els.

Hazelaar

De winnaar bij de vroegbloeiende inheemse bomen, is waarschijnlijk de hazelaar (Corylus avellana). De toverhazelaar en de naaktbloeiende jasmijn zijn eerder, maar die zijn niet inheems. De meeste soorten en kruisingen van toverhazelaar (Hamamelis spec.) stammen uit China en zijn geen familie van onze hazelaar. In hun 'thuisland' groeit de toverhazelaar in de bergen tot een hoogte van 4500 m! Geen wonder dat ze geen last hebben van wat wij winter noemen.
Naaktbloeiende jasmijn of winterjasmijn (Jasminum nudiflorum) bloeide deze 'winter' al vóór nieuwjaar, misschien was het een recordpoging. Maar ook deze is niet inheems en ook geen familie van 'onze' boerenjasmijn (Philadelphus spec.), die trouwens ook niet inheems is.

Zo, de concurrentie is nu gediskwalificeerd. Hazelaar is wel inheems, maar die speelt ook wel beetje vals. In augustus hangt die de mannelijke katjes al klaar om in januari vooral de eerste te zijn. Op 8 januari 2016 hing één boom in de Kampina al helemaal vol met bloeiende katjes. Maar die heb ik niet mee geteld, want ik kon nog geen rode vrouwelijke bloemetjes vinden. Die vond ik pas op 7 februari, ook in de Kampina maar op een andere plek.

87.hazelaar bloei (75K) Hazelaar met mannelijke katjes en vrouwelijke bloemetjes

De winter van 2015/2016 was natuurlijk wel heel erg zacht, zeker de maand januari, maar de hazelaar heeft er blijkbaar geen moeite mee om ook bij strenge vorst de schijnbaar onbeschermde mannelijke katjes in goede conditie te houden. Ik heb nog niet gevonden hoe dat in zijn werk gaat. De vrouwelijke bloemen zitten wel goed opgeborgen in een klein knopje. Ik dacht eigenlijk dat in ieder knopje één bloem zat, maar het blijkt dat ze daar met drie of vier zitten en alleen de rode stempels of stampers naar buiten steken.

Heel vroeg je katjes buiten hangen blijkt ook nadelen te hebben. Een paar jaar geleden vond ik eind augustus misvormde hazelaarkatjes. Ze waren aangetast door gallen van de springende hazelaargalmug (Contarinia corylina).

Gele kornoelje

87.gele kornoelje (66K) Een trosje bloemen van de gele kornoelje

Ik denk dat gele kornoelje (Cornus mas) de tweede inheemse boom is Nederland die in bloei komt. Dit jaar zag ik de eerste bloemen aan gele kornoelje in midden februari. Hele mooie gele bloemetjes op het kale hout, maar veel minder opvallend dan de katjes van de hazelaar. Op een paar meter afstand kun je ze gemakkelijk ongezien voorbij lopen.
Gele kornoelje is inheems. Zijn neef rode kornoelje (Cornus sanguinea) is ook inheems en groeit hier, maar die bloeit pas in juni met witte bloemetjes. Een verrassend groot verschil in bloeitijd. Beide zijn grote struiken of kleine bomen en ik had de indruk dat ze zich hier uitstekend kunnen handhaven, maar toch staat de gele op de rode lijst als 'zeer zeldzaam'. Misschien komt mijn indruk nog uit Zuid-Limburg want daar voelt de gele kornoelje zich het best op zijn plaats. Ik heb wel de indruk dat de meeste gele kornoeljes hier worden aangeplant; misschien worden die niet meegerekend als inheems. Merkwaardig is de mededeling van de Nederlandse Wikipedia dat de gele kornoelje vooral wordt aangeplant voor de vruchten. Ik wist niet eens dat die rode bessen eetbaar waren! Voordat ze helemaal rijp zijn, schijnen ze wel zeer wrang te zijn. Dus wie het wil proberen…

Rode kornoelje valt op door de rode takken zolang de plant nog niet in blad staat. De zwarte bessen zijn niet eetbaar. In Drenthe groeit nog een zeer zeldzame Zweedse kornoelje en verder verwildert de Canadese kornoelje hier nog wel eens vanuit siertuinen. Sommige vormen van deze Canadese kornoelje lijken sterk op de rode kornoelje.

Kornoelje heeft een roemrijk verleden door het speciale hout. Het is een van de weinige houtsoorten die niet drijven. Het hout is zeer hard en werd veel gebruikt voor gereedschappen en dergelijke. De oude Grieken vonden dat de beste speren en werpsperen van hout van de kornoelje gemaakt moesten worden.

Els

87.els bloei (88K) Katjes en vrouwelijke bloemen van de els. Moeilijk te fotograferen die piepkleine vrouwelijke bloemen.

Het verschil tussen zwarte en witte els is niet erg groot. Witte els (Alnus incana) heeft een lichtere bast en spitse bladeren. En zwarte els (Alnus glutinosa) dus een donkere bast en stompe bladeren. Het zijn beide vroege bloeiers die al maanden paarsige katjes hebben voordat de bloei begint. Meestal hangen die katjes tussen de 'proppen' van vorig jaar. Dat moet ook want pas na de winter zijn de zaadjes rijp en kan er dus gezaaid worden.

Net als bij de hazelaar, heeft de els knopjes waarin de vrouwelijke bloemen zitten en als het tijd is, steken die een groot aantal rode stampers naar buiten voor de bevruchting. En die tijd is in februari, nu ik dit schrijf. Maar zoals je bij de hazelaar altijd naar de rode sterretjes moet zoeken, hoef je bij de els altijd alleen maar heel goed te kijken. Het is wel duidelijk waar je moet kijken: op de uiteinden van de twijgen zitten niet alleen de katjes maar ook kleine, bijna zwarte knoppen, niet groter dan 2-3 mm. Het zouden bladknoppen kunnen zijn, maar daarbinnen in zitten dus de vrouwelijke bloemen. Maar zelfs als die allemaal hun rode draadjes naar buiten steken valt het niet echt op! Toch maar even zoeken want het is wel mooi.

Iep

87.iep bloei (102K) De bloei van de iep

Misschien wel de mooiste vroege bloeier in ons land is de iep (Ulmus spec.). Net als alle vorige bomen bloeit de iep in februari en maart voordat de bladeren komen. En ook net als de vorige bomen zijn het windbestuivers; echt spectaculair is dus ook bloei van de iep niet. Je kunt ook een bloeiende iep ongezien voorbij lopen. Maar als je de bloeitros van de iep van dichtbij bekijkt is het toch een zeer spectaculair geheel met een hele boel bloemen en kleuren. En dat allemaal op minder dan een vierkante centimeter.

De foto hierbij is van de gewone iep. De fladderiep (Ulmus laevis) heeft ongeveer dezelfde bloeiwijze maar de steel van de bloemen (en dus later van de vruchtjes) is een stuk langer en dat zorgde voor de naam van de boom. De gewone iep is officieel geen soort maar een verzameling varianten en kruisingen van Ulmus minor die in het Nederlands gladde iep, kurkiep, Hollandse iep, veldiep etc. heten. Kurkiep heeft een soort vleugeltjes op de takken en staat in ieder geval ook in 'mijn' wallen, fladderiep heb ik daar nog niet gevonden.

Waarschijnlijk weet iedereen dat de iepziekte onze iepen bedreigt, alle soorten zijn er gevoelig voor maar er zit wel variatie in. Sinds de laatste uitbraak begin vorige eeuw, is waarschijnlijk 90% van het iepenbestand hierdoor gesneuveld. De ziekte wordt veroorzaakt door een schimmel die wordt overgebracht door een kever, de iepenspintkever. De schimmel zelf is misschien niet eens zo gevaarlijk, maar de iep reageert er erg 'paniekerig' op. De boom sluit namelijk alle vaten af waarin de schimmel verschijnt en 'verstikt' zo zichzelf. In binnen- en buitenland wordt hard gewerkt aan een variant die goed bestand is tegen deze schimmel, maar die is er nog niet.
Het schijnt dat de iep na de laatste ijstijd al vrij vroeg weer hier was en daarna een paar duizend jaar afwezig is geweest. Men denkt nu dat die eerste iepen zijn uitgeroeid door de iepenziekte. Daarna zijn er nieuwe iepen gekomen en na 1900 is dus de iepziekte ook weer terug gekomen. En nu maar hopen dat we het niet weer een paar duizend jaar zonder iepen moeten doen.

Jan van Dingenen - 2016