Over wilde planten

10. Verhalen rond een saaie plant

Als een plant geen grote of kleurige bloemen heeft, hebben we de neiging om er aan voorbij te lopen: niet interessant. Waarschijnlijk heeft iedereen dat, zeker als de plant vrij algemeen is. En helemaal als je er niet voor naar een natuurgebied hoeft, maar als de plant hoort bij de onkruiden: de planten die plotseling gaan groeien op plekken die je eigenlijk voor iets anders had bestemd. Zelfs mensen die echt geďnteresseerd zijn in planten hebben er last van, als ik mezelf als voorbeeld mag nemen. Wie staat er nou stil bij bijvoet? Ik ook maar heel zelden eerlijk gezegd, maar dat is weer eens onterecht gebleken. Bijvoet is mooi en misschien wel interessant, maar je moet wel kijken.

Bijvoet is mooi

Natuurlijk kunnen we van mening verschillen over wat mooi is, maar meestal worden mensen het wel eens over wat de moeite waard is om een tweede keer te kijken. Dat bijvoet een tweede blik waard is, bleek eens nadat ik een foto had gemaakt van de bloemtros van deze plant. Pas toen ik de foto thuis bekeek, zag ik dat die bloemtros eigenlijk best leuk was. Niet dat ik nu mijn tuin vol ga zetten met bijvoet, maar toch de interesse was gewekt. En dan blijkt toch dat er nog een hele boel andere dingen zijn rond bijvoet en de Artemisia familie.

10.bijvoet closeup (97K) Bloeiende bijvoet, heel dichtbij

Artemisia familie

Bijvoet heet officieel Artemisia vulgaris en hoort bij de composieten. Als je het toch al niet van je uiterlijk moet hebben, kun je beter niet bij de composieten horen met vrolijk bloeiende familieleden zoals de margriet, distel, paardenbloem, korenbloem etc., maar daar kan bijvoet natuurlijk ook niets aan doen. De hele familie Artemisia heeft dat probleem, de bloemetjes zijn klein en onopvallend zelfs als ze met een aantal bij elkaar staan zoals hoort bij een composiet. Het enige opvallende is dat de bladeren vaak dubbel of zelfs drievoudig geveerd zijn en dat het soms forse planten zijn. Maar voor de bestuiving maken ze vooral gebruik van de wind en dan heb je geen fraaie bloemen nodig.

In de Oecologische Flora wordt steeds gekeken welke insecten of parasieten een speciale band hebben met een plant. Dan blijkt dat de insecten heel anders tegen bijvoet aan kijken dan wij: een zeer interessante plant! Het overzicht van de insecten die een speciale relatie hebben met bijvoet is meer dan een halve pagina lang! Natuurlijk is het dan weer de vraag of bijvoet daar blij mee moet zijn, want voor de bestuiving zijn al die insecten niet nodig. Dus de meeste komen voor eten en huisvesting: gallen, vlinderrupsen, mineerders, boorvliegen, bladluizen.

Een bedreiging voor bijvoet zijn al die insecten in ieder geval niet. Maar eigenlijk is het vreemd dat zoveel insecten aangetrokken worden door deze plant, want de Artemisia familie is beroemd en berucht door de geuren en smaken die de planten produceren en die zijn meestal bedoeld om insectenvraat te voorkomen. Bijvoet is niet de meest geurige maar is zeker niet reukloos. Beroemde familieleden hebben de keuken gehaald: dragon en citroenkruid en de meest beruchte en beroemde is absintalsem.

10.bijvoet (101K) Bijvoet, bloeiende tak

Bijvoet

Bijvoet is in ons land zeer algemeen. Alleen op zeer zware of natte grond voelt bijvoet zich niet zo thuis, een beetje schaduw is geen probleem. Bijvoet komt voor in grote delen van Europa en Azië en is ook in Noord-Amerika ingeburgerd. De Artemisia familie stamt waarschijnlijk uit de zoute, half woestijnachtige streken in het binnenland van Azië, al zie dat niet direct aan bijvoet. Bijvoet lijkt geen plant die gebouwd is op droogte.

Zoals gezegd de bloemetjes zijn klein, geel en staan met een aantal bij elkaar in een hoofdje. Een aantal van die hoofdjes vormen dan weer een 'pluim' maar aandacht trekken doet het nog steeds niet. Bijvoet wordt gemakkelijk meer dan een meter hoog. Veel van zijn familieleden gedragen zich als een halfstruik waarbij in de winter de uiteinden van de takken doodgaan maar de onderste delen verhouten en in het voorjaar weer uitlopen. Maar bijvoet is gewoon een vaste plant.

De oorsprong van de naam bijvoet is niet duidelijk. Men zegt dat als je blad van bijvoet in je schoen legt, je minder moe wordt van het lopen. De Herbarius van Stephaan Blankaart uit 1696 zegt dat je er een voetbad van moet maken. De officiële naam Artemisia is ook al niet duidelijk. Artemis is de Griekse godin van de jacht, maar ze had ook een rol in de bescherming van de geboorte. Blankaart zegt dat bijvoet ook helpt tegen menstruatie klachten en dat zou dan het verband moeten zijn. Misschien toch een beetje saai eigenlijk, die bijvoet.

10.absintalsem (145K) Bloeiende absintalsem

Alsem

De Nederlandse naam van Artemis is alsem. In ons land komen minstens twee ingeburgerde of inheemse soorten voor die ook alsem heten: zeealsem en absintalsem. Zeealsem is een zilverig grijze plant die van zout houdt en die bij ons dus alleen aan zee voorkomt. In andere landen groeit ze ook aan zoute meren en dergelijke. Absintalsem groeit ook in het binnenland o.a. in Zuid Limburg, maar ik heb de plant ook in Brabant gezien (en geroken!) en waarschijnlijk is de plant in heel West-Europa een verwilderde cultuurplant. Vroeger werd de plant gekweekt voor medicinaal gebruik en voor kruidenbitters en kon absinthalsem dus ook gemakkelijker verwilderen. Absintalsem (Artemisia absinthium) is de meest geurige van de familie en de meest bittere. Waarschijnlijk is deze combinatie de reden dat er zo’n heilzame werking aan wordt toegeschreven. Blankaart heeft in de Herbarius meer dan vier pagina’s nodig om alles rond absintalsem te beschrijven.

Kruidenbitters waren waarschijnlijk oorspronkelijk ook bedoeld als medicijn, maar het hoge percentage alcohol zorgde voor een bredere afzet. En daaraan heeft absintalsem zijn roem te danken.

De groene fee 10.Absinthe Robette -1896 (56K)

Volgens de verhalen maakte de Zwitser Dr. Pierre Ordinaire in 1792 een alcoholisch drankje met absintalsem als een van de belangrijkste smaakmakers, maar het gebruik van deze plant in (alcoholische) drankjes is ongetwijfeld ouder en het zit nu nog in o.a. Beerenburg en Vermout. Henri Louis Pernod kocht of kreeg het recept van Ordinaire en in 1797 startte de eerste destilleerderij in Zwitserland. In 1805 begon Pernod een tweede bedrijf in Frankrijk en werd absint een zeer veel (en vaak teveel) gedronken drank in Europa.

De meeste sterke dranken worden puur gedronken of gemixt, maar absint niet. Absint heeft een zeer hoog alcohol percentage (tussen 45 en 75%) maar ik weet niet of het daarom op een speciale manier werd gedronken. Je dient het in ieder geval te verdunnen met een flinke hoeveelheid water. Er gebeurt dan iets merkwaardigs: de heldere lichtgroene drank wordt plotseling gelig en troebel. Ongetwijfeld zal dit de vaste Frankrijkgangers bekend voorkomen: pastis wordt ook zo gedronken. Dat klopt want pastis is de ‘opvolger’ van absint. Rond 1900 werden de verhalen rond absint steeds sterker: kunstenaars beweerden dat de drank geestverruimend en inspirerend was: de groene fee. Anderen meenden dat je van de stof thujon uit de absinthalsem psychotisch werd. Onderzoekers vonden inderdaad wel dit soort effecten, maar dat was waarschijnlijk bij veel en veel hogere concentraties dan er in de drank zitten. Maar toen een Zwitserse alcoholist, Jean Lanfray, in 1905 zijn hele gezin uitmoordde, werd dit aan de absint geweten en rond 1915 was de drank in bijna heel Europa verboden.

De Franse destillateurs lieten het daar niet bij en kwamen met een nieuwe drank: de pastis. Eigenlijk is pastis niet veel anders dan absint, want er zitten dezelfde kruiden in behalve de absinthalsem, die is eruit gelaten. Sinds een paar jaar is de originele absint weer toegestaan omdat de risico’s van thujon bij nader inzien wel heel erg klein zijn. Verrassend is dat je nu op internet allerlei verhalen vindt over het geestverruimende van absint en over de rituelen hoe je het moet drinken en hoe je je eigen absint kunt maken.

10.Artemisia annua (172K) Sweet Annie, het vergeten medicijn tegen malaria

Lieve Annie

Het kopje hierboven suggereert misschien dat ik zelf te veel absint of pastis heb gedronken, maar het is de vertaling van de Engelse plantennaam Sweet Annie, ofschoon Zoete Annie hier waarschijnlijk correcter is. Het is een plant die oorspronkelijk uit China komt maar ook is ingeburgerd in de VS. De officiële naam van Sweet Annie is Artemisia annua, familie dus van bijvoet en absintalsem. Het ‘lieve’ of ‘zoete’ in de Engelse naam wijst waarschijnlijk op het feit dat deze alsem niet bitter is. Er is op dit moment veel belangstelling voor Sweet Annie, niet alleen omdat het als sla gegeten kan worden, maar vooral omdat extracten ervan helpen tegen malaria.

Rond 400 na Christus schreef een Chinese arts dat Sweet Annie helpt tegen koortsen en speciaal tegen malaria koortsen. Dat werd vergeten en zo’n vijftig jaar geleden herontdekt. Het Chinese leger liet dit onderzoeken en sinds een jaar of twintig jaar begint men ook in het Westen te geloven dat artemisinine (de werkzame stof) bruikbaar is tegen malaria. In Zuidoost Azië is malaria (weer) een groot probleem omdat de ziekte met de goedkope kinine nauwelijks meer te bestrijden is. De WHO, wereldgezondheidsorganisatie, raadt dan ook aan om zeker in die omgeving kinine te combineren met artemisinine preparaten. Hierdoor ontstaat echter gebrek aan Sweet Annie planten en nu probeert het farmaceutische bedrijf Novartis de plant te kweken in Afrika; ook daar begint malaria resistent te worden tegen de bekende geneesmiddelen.

Bijvoet, absintalsem en de andere alsems zijn en blijven natuurlijk een beetje een saaie planten. Maar dat wil niet zeggen dat er niets aan te zien valt en zeker niet dat er niets over te vertellen valt.

Jan van Dingenen - 2008, aangevuld 2015

Naschrift
Dit jaar, 2015, gaat de gedeelde Nobelprijs voor geneeskunde naar de Chinese onderzoekster Youyou Tu (ook gespeld als Tu Yo Yo). Ze (her)ontdekte in de oude Chinese geschriften dat extracten van Sweet Annie werkzaam waren tegen 'wisselende koortsen', malaria dus. Zij ontdekte ook hoe je die extracten moest maken zonder de werkzame stof te beschadigen.

De toekenning van de Nobelprijs maakt wel duidelijk hoe belangrijk dit 'nieuwe' geneesmiddel is in de strijd tegen malaria.

Op deze site staat ook een artikel over malaria in Nederland. In ons land was de lokale vorm van malaria officieel pas in 1970 overwonnen! Het verhaal staat hier 17. Malaria in Nederland.