17. Malaria in Nederland
Onlangs huurden wij een week lang een huisje op Schiermonnikoog, ongeveer het noordelijkste plekje van Nederland. Een heel mooi en zeer rustig eiland: toeristen moeten hun auto op het vasteland laten staan! Er is veel te zien, het strand met de duinen en de Noordzee, de wadden die bij vloed onder lopen en de kwelder die bij zeer hoog water onderloopt, bossen, meertjes. Kortom een ideaal gebied voor wie watervogels wil kijken en de plantenliefhebber schijnt er de helft van de Nederlandse flora te kunnen vinden.
In het huisje lag een boek over de geschiedenis van de eilanden en van het Waddengebied (Groningen, Friesland, kop van Noord-Holland). Zeer attent van de verhuurder; ik heb het met genoegen gelezen. Nederland is maar een klein land, maar over dit gebied horen we in Brabant en Limburg toch niet veel. Bijvoorbeeld over de malaria in dit gebied: malaria is het Waddengebied inheems geweest vanaf het begin van de Middeleeuwen of nog eerder. Het laatste geval van inheemse malaria was in 1961, in 1970 werd Nederland officieel malaria vrij gemeld!
De wadden bij laag water
Inheemse malaria
Nederland (of in dit geval beter: Holland) was eeuwenlang een van de meest ongezonde landen van Europa. Moeraskoorts of anderendaagse koorts kwam voor in het Waddengebied, langs de toenmalige Zuiderzee en wat minder in Zuid-Holland en Zeeland. In het Waddengebied dat nu deel is van Duitsland en Denemarken waren deze koortsen ook normaal en ook in Engeland waren gebieden met soortgelijke problemen. Vooral kinderen en reizigers overleden aan deze koortsen, de volwassenen die in deze streken woonden schenen er een zekere resistentie tegen te krijgen. Of alle moeraskoorts inderdaad malaria was weet men niet, anderendaagse koorts zeker wel, want één dag geen koorts en de volgende dag zeer hoge koorts enzovoort, is typisch voor malaria.
Ik had wel eens gehoord dat er in het verleden in Nederland malaria voorkwam maar dat het zo erg was en dat de ziekte pas zo kort geleden is verdwenen, dat wist ik niet. Ik dacht eigenlijk dat malaria een typisch tropische ziekte is met ook vandaag helaas nog honderdduizenden doden per jaar, veel meer dan aids. Niet dus, Europa had vroeger een eigen variant, want de tropische vorm kan hier niet overleven.
Wat is malaria?
Malaria wordt veroorzaakt door een micro-organisme dat zich vermenigvuldigt in de rode bloedcellen. Als er teveel in één bloedcel zitten barst die open en komen de micro-organismen in het bloed. Dit veroorzaakt de koorts. Daarna dringen deze micro-organismen in nieuwe bloedcellen, de koorts verdwijnt en begint alles van voor af aan. Maar, eens moet het éérste micro-organisme in het bloed komen. Daarvoor is een mug nodig. Vrouwtjesmuggen prikken ons en andere warmbloedige dieren om wat bloed op te zuigen. Dat hebben ze nodig als voeding om hun eitjes te laten groeien. Normaal krijg je daar alleen een jeukende bult van, maar het micro-organisme dat malaria veroorzaakt, kan leven in de mug. Als de mug besmet is, kan de mens dus ook besmet worden. Waar heeft de mug de besmetting gehaald? Simpel bij iemand die al malaria heeft en die ze eerder prikte.
Als we het nu over malaria hebben, wordt bijna altijd de tropische malaria bedoeld veroorzaakt door Plasmodium falciparum. Dit is de gevaarlijkste vorm waaraan de meeste mensen sterven. De malaria die in Europa heerste, wordt veroorzaakt door Plasmodium vivax, een familielid. Deze bestaat nog steeds, maar geldt nu als een relatief ongevaarlijke vorm. De tropische malaria kan zich in de koelere gebieden zoals Europa en Noord-Amerika niet verspreiden, gelukkig niet. De andere, 'onze' vorm kan zich echter wel vestigen in tropische gebieden.
Hoe we malaria kwijt raakten
Voor de verspreiding van malaria zijn drie dingen nodig:
- het micro-organisme moet zich in een bepaald klimaat kunnen vermenigvuldigen,
- een muggensoort is nodig die in die omgeving kan leven en waarin het micro-organisme kan bestaan,
- voldoende dieren die geprikt kunnen worden en waarin het micro-organisme zich kan vermenigvuldigen.
Tropische malaria kan zich hier niet handhaven. Voor het micro-organisme is het te koud en bovendien hebben we hier geen muggensoort waarin het kan leven. Als er dus mensen met malaria terug komen uit de tropen, en dat gebeurt honderden keren per jaar, hoeven we niet bang te zijn voor verspreiding.
De noordelijke malaria kan hier wel leven, dat is eeuwenlang bewezen en dat wordt nog steeds bewezen in andere koele delen van de wereld. We hebben hier ook de ‘goede’ mug, maar daar hebben we duidelijk geluk mee gehad. De mug die bij ons malaria verspreidde, heet Anopheles atroparvus. Deze mug komt hier nog steeds voor, maar de mug is voor zijn voortplanting afhankelijk van min of meer stilstaand en brak water, zoet water gemengd met zout zeewater dus. Eeuwenlang had het kustgebied en vooral de Wadden, zeer veel brak water in allerlei zeearmen en gaten waar zeewater en rivierwater mengden. Een ideaal gebied voor deze mug en dat hebben de mensen daar geweten. Maar vooral de laatste honderd jaar is de bedijking en de waterbeheersing sterk verbeterd en is er veel minder brak water gekomen, denk maar aan de Zuiderzee. Dat was wel niet op de eerste plaats bedoeld om deze mug te bestrijden, maar het beestje is er wel zeer zeldzaam door geworden. Na de oorlog nam bovendien de waterverontreiniging sterk toe met synthetische wasmiddelen, er kwam kunstmest in het water met als gevolg algengroei en veel kroos op het water. Allemaal zaken die zeer slecht zijn voor de muggen en dus ook zeer slecht voor de malaria.
Muggen hebben het niet speciaal op mensen gemunt, al hebben wij ’s nachts soms die indruk, andere warmbloedige dieren zijn ook goed. Maar de malaria verwekker is wel afhankelijk van één diersoort. Er bestaan ook malaria soorten bij apen, maar daar hebben mensen weinig last van en omgekeerd. De mug moet dus zeer regelmatig mensen prikken. Waarschijnlijk is malaria pas een probleem geworden toen de mensen landbouw gingen bedrijven en op één plaats relatief dicht bij elkaar gingen wonen ongeveer 10.000 jaar geleden. Toen de mensen ook nog vee in winterstallen gingen houden en zelf ook in die warme ruimte leefden, hadden ze de ideale omstandigheden voor de muggen geschapen. Die hadden nu maandenlang de tijd om alle familieleden te besmetten.
Het verdwijnen van brak water, meer waterverontreiniging, betere woningen en stallen voor de boeren en het doodspuiten van muggen (DDT is van vlak voor de oorlog) zijn de belangrijkste wapenen geweest om malaria uit te roeien. Het genezen van malaria zal ongetwijfeld ook hebben bij gedragen, maar het eerste goede geneesmiddel (kinine) was al bekend in de 17e eeuw en dat heeft in ieder geval niet de doorslag gegeven.
Botanische tekening van de kinaboom
Kinine tegen malaria
In de 17e eeuw lieten de Spanjaarden de Indianen van Zuid-Amerika hard werken in de goud- en zilvermijnen in het Andes gebergte. Als de Indianen ziek werden en koorts kregen gebruikten ze de bast van een boom die daar groeide, om de koorts te bestrijden. Waarschijnlijk was de koorts niet het gevolg van malaria maar werden de Indianen gewoon ziek door de slechte werkomstandigheden. Malaria kenden ze aanvankelijk niet, die is er ook door de Spanjaarden gebracht. Die zagen al snel dat die bast echt hielp tegen koorts en die gingen het proberen tegen de koorts van hun eigen malaria: het hielp! Het eerste en eeuwenlang het enige middel tegen malaria was gevonden!
De boom die de Indianen gebruikten heet nu de kinaboom (Cinchona officinalis) en het middel is kinine. De Spaanse jezuïeten brachten namelijk al snel het middel naar Europa en een van de eerste patiënten was de Spaanse gravin van Chincon en naar haar is het middel genoemd. Ook de kinaboom werd al snel overgeplant, vooral naar de koelere streken in het tegenwoordige India, en het gebruik in Europa van het ‘jezuïeten poeder’ nam snel toe. Toch waren er mensen die de jezuïeten en ‘hun’ poeder niet vertrouwden: de Engelse ‘president’ Cromwell overleed in 1658 aan malaria omdat hij weigerde dit ‘duivelspoeder’ in te nemen.
Maar in het Andes gebergte begonnen de kinabomen op te raken, de kweek in India ging maar matig en de Spanjaarden werkten (uiteraard) niet mee om het betere soorten bomen te exporteren. In 1866 slaagde een Engelsman erin om goede zaden naar Europa te smokkelen. De Engelse regering weigerde de gevraagde prijs te betalen, maar Nederland wilde wel. Uit deze zaden werden in het toenmalig Nederlands Indië op Java kinabomen gekweekt en dit keer met groot succes. Bijna honderd jaar had Nederland zo’n tachtig procent van de kinine handel in handen. Pas toen in de Tweede Wereldoorlog Java veroverd werd door de Japanners, raakte Nederland de kinine kwijt. Maar toen was de hele westerse wereld het grootste deel van de kinine kwijt en dat in oorlogstijd! Er is toen hard gewerkt aan synthetische anti-malaria middelen en die zijn ook gevonden, maar kinine wordt nog steeds gebruikt.
De invloed van malaria
In de kuststreken van ons land had malaria eeuwenlang een enorme invloed op het dagelijks leven. De kindersterfte die in die tijd in ‘gezonde’ gebieden al hoog was, moet daar afschuwelijk geweest zijn. Voor reizigers die naar die gebieden gingen moet het letterlijk levensgevaarlijk geweest zijn. Een voorbeeld: van 1795 tot 1813 was Nederland bezet door de Fransen, het grootste deel van de tijd onder Napoleon. In 1809 landden op Walcheren Engelse troepen. Met 40.000 man veroverden ze snel een paar Zeeuwse eilanden, die maar door een 800 man verdedigd werden, met de bedoeling om door te stoten naar Antwerpen. Daar is het nooit van gekomen. De Engelsen kregen last van ‘Zeeuwse koorts’: 11.000 man werden ziek en 4000 stierven. Napoleon reageerde nauwelijks, hij liet de Engelse troepen rustig zitten. Waarschijnlijk wist hij hoe ongezond het daar was voor mensen die er niet waren opgegroeid. Na een half jaar vertrokken de Engelsen en er is nauwelijks gevochten. Dergelijke gevolgen van malaria zijn er zeker veel meer geweest. Malaria was zeker een helper van de lokale bevolking tegen indringers, al was dat dan een geluk bij een ongeluk.
Een minder dramatisch gevolg van malaria is de ontdekking van gin-tonic. Tegen malaria in de tropen moest je iedere dag een bitter kinine drankje drinken: een ‘tonicum’, Latijn voor een geneeskrachtig drankje. De Engelsen in India kwamen op het idee om er wat gin, Engelse jenever, bij te doen en de gin-tonic was geboren. Later is men tonic en bitter lemon als aparte drankjes gaan maken met maar weinig kinine erin speciaal voor de bittere smaak. En het is nog steeds zo dat in deze drankjes kinine zit, al is het te weinig om nog tegen malaria te werken.
Het meest verrassende is volgens mij, dat in 1927 de Oostenrijkse arts Julius Wagner von Jauregg de Nobelprijs voor geneeskunde kreeg, omdat hij malaria had gebruikt om mensen van syfilis te genezen! Als de geslachtsziekte syfilis niet op tijd behandeld wordt, kan de bacterie zich in de hersenen vestigen en krankzinnigheid veroorzaken. Genezing was vroeger erg moeilijk omdat de bacterie in de hersenen bijna niet aan te pakken was. Wagner von Jauregg bedacht dat syfilis erg gevoelig is voor warmte en hij besmette de patiënten met de meest goedaardige vorm van malaria. De syfilis bacterie bleek inderdaad niet tegen de zeer hoge koorts van de malaria te kunnen, de patiënt genas van syfilis en krankzinnigheid werd voorkomen! Tot in de jaren vijftig is deze behandeling toegepast; daarna kwamen er goede antibiotica.
Brak water achter de duinen bij het Zwin
Kan malaria terug komen?
Natuurbeheer wil graag weer wat brak water terug. Het voorzichtig een beetje open zetten van de Haringvliet sluizen bijvoorbeeld zorgt voor brak water tot bij de Biesbosch. De waterverontreiniging door zeep en meststoffen is afgenomen en er komen minder bestrijdingsmiddelen in het water. De bedoeling is natuurlijk om allerlei planten en dieren een nieuwe kans te geven, maar de mug die de inheemse malaria overbrengt, zal door deze maatregelen zeker ook toenemen. Maar krijgen we dan ook weer malaria? Waarschijnlijk niet of mogelijk af en toe een enkel geval want voor malaria heb je veel ziekteverwekkers, het micro-organisme, nodig. Die zijn er niet want die zitten alleen in mensen die al malaria hebben. Als er dus een enkel geval zou opduiken bijvoorbeeld via een reiziger en dat wordt op tijd behandeld, kan de zaak nooit uit de hand lopen. Enig risico is er dus wel, maar dat is er nu ook, want de mug is er nog en het micro-organisme komt zeker af en toe ons land binnen. Maar een volgende keer zullen wij toch nog wel rustig zonder kinine naar Schiermonnikoog kunnen gaan.
Jan van Dingenen - 2003
Naschrift
Met een heel andere aanleiding schreef ik een paar jaar later een artikel waarin een ander natuurlijk medicijn tegen malaria wordt besproken, namelijk artemisinine. Het artikel staat hier 10. Verhalen rond een saaie plant